Estland. Een land waar huizen nog namen hebben in plaats van nummers. Waar je er nog vanuit kunt gaan dat water in de natuur veilig is om te drinken. Waar je het meest noordelijke punt van het Europese vasteland kunt ervaren. Waar alle inheemse Europese Apex roofdieren springlevend zijn en je een bezoekje brengen bij je tent. Waar ze zo bescheiden zijn om grapjes te maken als “Waarom heb je geen kleurtje? Je hebt toch zomer in Estland?” – “Nou ja, maar ik was die dag op kantoor” maar eigenlijk is de zomer heel aangenaam. Waar er geen lullige regels zijn tegen kamperen in de natuur. Waar Russische en Europese culturen relatief soepel in elkaar overgaan, zelfs in deze tijden.Een land dat weergeeft hoe Nederland eruit zou zien zonder het land op te offeren voor big agro: Enorme hoeveelheden bos, veengrond met waterpartijen, veen/moeras dat onontgonnen is om te verkopen voor stoken of bouwen. Heidevelden die niet droog en zanderig worden gehouden zodat mensen ‘comfortabel’ hun hond kunnen uitlaten zoals in NL. Een prachtig voorbeeld van hoe de natuur behouden moet blijven. En ik had de kans om een prachtig programma te documenteren dat is gemaakt om lokale zwaar achtergestelde jongeren te helpen integreren met de rest door de bouw van een avonturenspeelplaats in een kleuterschool, gewoon door gebruik te maken van bouwoverschotten! En vooral de dankbaarheid die ik voel voor de mooie mensen die ik daar heb ontmoet!

















































